Registratie

De registratie rondom stoppen met roken is nog vaak niet op orde. Door aandacht te besteden aan goede registratie, kun je beter adviseren en later zinvoller meten. Als je weet welke patiënten er roken kun je deze patiënten gerichter adviseren, motiveren, ondersteunen en begeleiden. Registreer tenminste de rookstatus (zie stap 1 van het zorgpad).

‘De onderlinge samenwerking tussen zorgverleners werkt beter als de registratie in het dossier adequaat is en de informatie goed overgedragen wordt.’

Je kunt er ook voor kiezen om meer dan alleen de rookstatus te registeren. Overweeg om onderstaande indicatoren voortaan uit te vragen en te registreren. Door consequent te registreren kun je het stoppen-met-rokenbeleid in jullie zorgpad meten, bijstellen en verbeteren.

Indicatoren

In de Zorgstandaard Tabaksverslaving (2022) zijn de volgende indicatoren om te registreren opgenomen:

  • Tabaksverslaving/stoornis in het tabaksgebruik: (ja/nee)
  • Rookstatus patiënt  (roker / stopper / ex-roker / nooit-roker)
  • Datum laatste stopadvies

Patiënt is na stopadvies:

  • gemotiveerd om te stoppen
  • overweegt om te stoppen
  • nog niet gemotiveerd om te stoppen

Patiënt is na motivatieverhogende behandeling:

  • (gemotiveerd om te stoppen/niet gemotiveerd om te stoppen)
  • Startdatum stoppen-met-rokenbegeleiding
  • Einddatum stoppen-met-rokenbegeleiding
  • Indien van toepassing: startdatum farmacologische behandeling
  • Indien van toepassing: einddatum farmacologische behandeling
  • Stopdatum
  • Nog steeds gestopt na één jaar na de stopdatum: (ja/nee)
  • Registratie van reden voor terugval of voortijdig afbreken behandeling bij eerdere stoppoging

Tips!

  • Geef zoveel mogelijk mensen die roken, tenminste jaarlijks, een stopadvies en registreer!
  • Alle zorgverleners, ook paramedici en medisch specialisten, kunnen de rookstatus uitvragen en het stopadvies geven. Zet de rookstatus in de overdrachtsbrief naar de huisarts.
  • (Dokters)assistenten kunnen aan patiënten aan de balie of aan de telefoon de rookstatus vragen. Zij kunnen aan de patiënt vertellen dat de praktijk de rookstatus van zoveel mogelijk patiënten in kaart brengt.
  • Maak er een ‘wedstrijd’ van, als dat bijdraagt aan de motivatie of stemming. Wie registreert de meeste rokers in een week?
  • Gebruik in het huisartseninformatiesysteem ‘Episode P17.00 Tabaksmisbruik’ om de roker te registreren. Stel zo mogelijk in dat het systeem een melding maakt om de zorgverleners actief te herinneren aan de rookstatus en het stopadvies.
  • In de ‘SOEP’ (de vrije of platte tekst) en in het ketenzorgprotocol in het huisartseninformatiesysteem kan je meer informatie kwijt over de rookstatus en eventuele stoppogingen.

Voor vragen kun je contact opnemen met het Trimbos-instituut.