Advies en begeleiding bij ziekenhuisopname
In het BovenIJ Ziekenhuis wordt aan elke patiënt die wordt opgenomen de rookstatus gevraagd. De patiënt krijgt indien gewenst gratis nicotinevervangende middelen aangeboden en wordt begeleid gedurende de ziekenhuisopname. Lieke Spiegelenburg vertelt (longverpleegkundige en stoppen-met-rokencoach bij BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam Noord).
“Ons hele terrein is rookvrij, de cultuurverandering en het de-normaliseren van roken in en/of rondom een ziekenhuis heeft al plaatsgevonden en het uitvragen van de rookstatus is onderdeel van ons protocol.”
Bij het BovenIJ Ziekenhuis geeft Lieke de nascholingen. Tijdens deze training bespreekt zij het Very Brief Advice+. Ook vertelt zij wat het uitvragen van de rookstatus precies inhoudt en komt ‘craving’ en ‘hoe nicotinevervangende middelen toe te passen’ aan bod.
De rookstatus uitvragen betekent bij het BovenIJ ziekenhuis dat je de volgende vragen stelt:
- Ben je actief rokend? Zo ja, wat rook je?
- Ben je gestopt met roken?Zo ja, hoelang heb je gerookt, in welk jaar ben je gestopt en wat rookte je?’
‘De antwoorden kun je vervolgens invullen in ons EPD.’
Zodra een patiënt wordt opgenomen die rookt kan deze nicotinevervangende middelen gebruiken. ‘De verpleegkundigen hebben een hele belangrijke rol‘. Zij houden in de gaten of een patiënt last heeft van hevige ontwenningsverschijnselen.
De longverpleegkundige komt langs bij de patiënt voor extra begeleiding, om bijvoorbeeld te praten over ontwenningsverschijnselen, moeilijke momenten en hoe daar mee om te gaan. Ook kunnen motivatieverhogende gesprekken worden toegepast.
De nicotinepleisters en zuigtabletten zijn op elke afdeling op voorraad, het ziekenhuis betaalt hiervoor, de zorgverleners hoeven het dus niet te bestellen bij de apotheek. ‘Dit wordt als zeer prettig ervaren, want het scheelt tijd en papierwerk‘.
Het beste is als de patiënt voor ontslag contact opneemt met de huisarts voor hulpmiddelen. Zo kan de patiënt meteen na ontslag doorgaan met het gebruik van de nicotinevervangende middelen en begeleiding.
Bij de overdracht aan de huisarts wordt de stopdag, advies over begeleiding en eventueel hulpmiddelen die een patiënt nodig heeft opgenomen in de ontslagbrief.
